Test Lexus UX200

Test Lexus UX200

10 januari 2022 Uit Door Arnold

De Lexus UX-modelserie werd vorig jaar uitgebreid met een bijzondere versie: de UX200. Dit model is de instap-Lexus en heeft geen hybridetechniek. Nu heeft Lexus wel meer modellen die non-hybride zijn, maar die hebben al gauw een 5.0 V8 onder de motorkap. Toch heeft de kleinste en meest betaalbare Lexus veel overeenkomsten met zijn snelle en veel duurdere broers. Behalve dan het brandstofverbruik, want de UX200 is opvallend spaarzaam.

De UX200 werd in april vorig jaar gepresenteerd als nieuw instapmodel. De instap-Lexus wordt aangedreven door een atmosferische tweelitermotor die gebaseerd is op de benzinemotor die in de hybrides gebruikt wordt. In de UX200 monteert Lexus de M20A-FKS, deze heeft een aantal belangrijke technische verschillen ten opzichte van de M20A-FXS die in de UX250h gebruikt wordt. In de eerste plaats is de compressie lager (13:1 ten opzichte van 14:1) en heeft de FKS andere nokkenassen. Dat heeft alles te maken met de Atkinson-cyclus die de hybride gebruikt, voor de niet-hybride zou de vermogens- en koppelkromme ontoereikend zijn. De boring en slag zijn gelijk : 80,5 bij 97,6 millimeter, een nadrukkelijk ondervierkante motor die zijn bruikbare vermogen en koppel bij lage toeren levert. Ondanks dat levert deze motor zijn maximale vermogen bij een hoog toerental, 173 pk bij 6.600 toeren, het maximale koppel van 205 newtonmeter piekt bij 4.800 toeren. Voor een atmosferische tweeliter zijn dat heel keurige waarden.

Een tweede belangrijke verschil met de hybrides is de transmissie, de UX200 is uitgerust met de Lexus Direct Shift CVT. Deze CVT maakt gebruik van een duwband, waar de hybrides gebruik maken van het Power Split Device die de elektromotoren en benzinemotor via een planetair tandwielstel koppelt. De Direct Shift heeft zes voorgeprogrammeerde verzetten waardoor de UX200 stapsgewijs opschakelt. Uiteraard benut deze CVT de voordelen die deze overbrenging biedt, de tansmissie varieert de overbrenging lichtjes zodat de rijsnelheid en het toerental kunnen verschuiven, hierdoor blijft de motor in het meest efficiënte toerenbereik. Zoals je van een CVT mag verwachten zijn de schakelacties naadloos en vloeiend.

Gedeeld platform, onderscheidende kwaliteiten

De Lexus UX werd in 2018 gepresenteerd op de autosalon van Genève, de kleinste Lexus is een echte crossover en moet de CT voor een deel opvolgen. De Urban Explorer (UX) is gebaseerd op het TNGA-C platform waar ook de Corolla (Suzuki Swace), de Corolla Cross en C-HR op staan. Het platform mag dan hetzelfde zijn, Lexus heeft de nodige aanpassingen gedaan om er een echte Lexus van te maken. De grootste verschillen zitten aan de onderzijde, daar heeft Lexus veel voorzieningen getroffen om de NVH (Noise, Vibration, Harshness) te verbeteren. Dit is gedaan door een dikkere underbody coating aan te brengen, en ook op meer plaatsen dan bij de Toyota-zustermodellen. Verder zijn er veel trillingsdempers aangebracht en is de geluidsisolatie wezenlijk anders dan bij de Toyota’s. Als je je oog over de carrosserie laat gaan, dan zie je meer subtiele verschillen, bijvoorbeeld bij de portierramen die veel vlakker in de sponningen liggen dan bij de Toyota’s. Nu is de bouwkwaliteit van Toyota’s boven elke twijfel verheven, maar als je een Lexus en Toyota vergelijkt, dan zie en merk je het verschil wel degelijk.

De Lexus UX is slechts ten dele de opvolger van de Lexus CT 200h, ook de NX moet een deel van de klandizie van de CT overnemen. Dat Lexus een crossover (of eigenlijk twee) als opvolger van de goeie ouwe CT in de markt zet, is geen wonder. De Crossover is de standaard geworden in dit marktsegment, de ES en LS zijn de enige sedans die Lexus aanbiedt. De UX is een relatief compacte auto, met een lengte van 4,49 meter en een breedte van 1,84 kun je prima terecht in stedelijk verkeer, parkeerkelders en winkelstraten. Wat dat betreft is de naam Urban Explorer treffend gekozen, ook de draaicirkel van 10,4 meter maakt deze Lexus lekker behendig. De UX200 is leverbaar als standaardmodel voor € 39.995 en als Preference Line (de testauto) voor € 42.745. In deze uitvoering krijg je het Safety Pack (o.a. dodehoekdetectie, parkeersensoren en een radar voor achteropkomend kruisend verkeer), de dakrails, een regensensor, zelfdimmende binnenspiegel, parkeercamera en een luxere aankleding. In de prijslijst vind je alle details. Lexus is er zeker in geslaagd om de hoogwaardige bouwkwaliteit en de uitstraling over te brengen op haar instapmodel. Dat begint al bij de lakkwaliteit en de lakkleuren. De testauto is gespoten in Sonic Titanium Metallic, deze lakkleur heeft een bijzondere dieptewerking en kwaliteit waardoor de carrosserielijnen mooi geaccentueerd worden. An sich is deze kleur heel ingetogen, maar door het lichteffect ontstaat er een heel voorname uitstraling.

Pagina's: 1 2 3