Rijtest Toyota AygoX
17 augustus 2022‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’. Dit gezegde kun je meervoudig toepassen op de Toyota AygoX. Veel autofabrikanten hebben het A-segment verlaten vanwege de kleine winstmarges, de enig overgebleven autofabrikanten die in dit segment modellen leveren, zijn (nagenoeg) allemaal afkomstig uit Japan en Korea. De thuismarkten in deze landen hebben traditioneel een grote vraag naar kleine auto’s (Kei Jidosha) en met name de Japanse merken zijn uiterst bedreven in het bouwen van kleinere auto’s. Toen Toyota’s alliantiepartner PSA aankondigde geen nieuwe versies van de 107 en C1 te bouwen, was de verwachting dat ook de Toyota Aygo de laatste kleine Toyota zou zijn. Verrassend genoeg liet Toyota al heel snel doorschemeren dat de ontwikkeling van een Aygo-opvolger vergevorderd was, en vorig jaar werd de nieuwe AygoX onthuld. Mijn eerste kennismaking met de AygoX volgt direct op de test van de Lexus NX 350h, en aangezien luxe snel went, had ik me ingesteld op enig afzien in Toyota’s kleinste. Maar wie het kleine niet eert… Toch bleven de Lexus-ontwenningsverschijnselen achterwege, want de AygoX palmt je vanaf de eerste meters in.
De AygoX (even aanwennen, de ‘X’ spreek je uit als Cross) deelt zijn bodemgroep met de Toyota Yaris, het is een aangepaste versie van Toyota’s GA-B platform. Het achterste deel van de bodemgroep is uniek voor de AygoX. Van de Yaris weten we dat ‘ie goed rijdt, reden om aan te nemen dat ook de AygoX een fijn rijdende auto is. De bestuurdersstoel staat centraal tussen de voor- en achteras, dit komt de rijbeleving zeer ten goede, maar met het oog op de packaging laat Toyota hier (bewust) wat praktische ruimte liggen. Zou de bestuurdersstoel ook maar 5 centimeter naar voren geplaatst zijn, dan zou dit een flinke winst opleveren voor de beenruimte achterin en de kofferbak, maar het adagium ‘No more boring cars’ prevaleert ook bij de allerkleinste Toyota.
Run op luxe versies
De testauto is een Limited uitvoering, deze staat op enorme 18 inch velgen, en dat is uniek voor dit marktsegment. Het staat de auto ontzettend goed, maar voor het rijgedrag en comfort is het niet ideaal. Althans, dat zou je zeggen. In het geval van de AygoX blijkt dat enorm mee te vallen. Met de Limited is iets bijzonders aan de hand, naast het feit dat het de duurste uitvoering is en dat hij beperkt leverbaar was. Inderdaad: ‘was’, want hij is tot verbazing en vreugde van de importeur al lang uitverkocht. De vorige Aygo werd veel aangeschaft als een basaal vervoersmiddel, met minimale luxe om de prijs zo ver mogelijk te drukken. De nieuwe AygoX is leverbaar met ontzettend veel luxe – die allemaal standaard was op de Limited – en veiligheidssystemen (die grotendeels standaard zijn). En deze uitvoeringen blijken enorm gewild bij de Nederlandse autokoper, reden voor de importeur om een groot aantal productieplekken voor rijker uitgeruste versies in te plannen. Hieruit blijkt dat het A-segment wellicht populairder was dan menig autofabrikant had ingeschat, en dat Toyota een slimme zet geschaakt heeft om in dit marktsegment actief te blijven.
Frivoler dan de concurrenten
Wat eveneens een slimme zet is, is dat de AygoX een vlot en tamelijk frivool design heeft gekregen. Daarmee onderscheidt hij zich van de i10, Picanto en de Space Star. De snoet van de AygoX doet mij sterkt denken aan de Toyota iQ, de supermini die net als de Lexus LFA als een engineering masterpiece gezien mag worden. De achterzijde van de ‘X’ is een duidelijke verwijzing naar zijn twee voorgangers, met de volledig glazen kofferklep. In de vorm van de achterlichten is ook duidelijk de achterzijde van de laatste Aygo te herkennen. Het lijkt alsof de volledige achterzijde 1-op-1 overgenomen is van het uitgaande model, maar niets is minder waar. De achterportieren hebben gewoontegetrouw uitzetbare raampjes, aanvankelijk als kostenbesparende maatregel ingevoerd, maar in het geval van de AygoX kon Toyota niet anders. De vorm van het achterportier geeft te weinig ruimte voor een ruit die naar beneden zakt. De achterportieren lopen naar achteren uit in een puntvorm, net boven de deurgreep. Bij het openzwaaien blijkt de deur nogal eens wat langer te zijn dan je verwacht, iets om rekening mee te houden als de achterste inzittenden de deuren enthousiast openzwaaien. De puntvorm zorgt helaas niet voor een betere instap, maar hee, het is geen Lexus in President Line uitvoering.
Geen hybrides, wel een oude bekende
Omdat de AygoX zijn platform deelt met de Yaris, zou de 1.5 driecilinder hybride ook in de AygoX moeten passen. Toyota doet dit niet vanwege de meerprijs (de AygoX zou er prijziger van worden) en omdat het accupakket lastig in te passen is in de aangepaste bodemplaat. Onder de motorkap vind je altijd een atmosferische 1.0 VVT-i motor, de bekende Daihatsu-Toyota 1KR motor die zijn betrouwbaarheid al meer dan 15 jaar bewijst. In de AygoX wordt de B52-versie gemonteerd die 72 pk (53 kW) levert bij 6.000 toeren, en een maximaal koppel van 93 Nm bij 4.000 toeren. Daarmee wordt de kleine Toyota geen snelheidsmonster, maar in de dagelijkse praktijk is het een prettig motortje waarmee je genoeg plezier kunt beleven. Zeker als je kiest voor de zeer prettig schakelende handbak, daarmee kun je het bescheiden vermogen en koppel optimaal benutten.