Test Mazda CX-30 e-SkyActiv-X

Test Mazda CX-30 e-SkyActiv-X

23 december 2021 Uit Door Arnold

Er is volop beweging in het SUV-segment, de Qashqai, Tucson en Sportage hebben de internationale concurrentie flink wakker geschud. De Mazda CX-30 is nog maar kort op de markt (sinds eind 2019), maar moet zich desondanks stevig weren tegen nog jongere concurrenten. Mazda’s unieke kijk op motor- en onderstelengineering moet zorgen voor voldoende tegengewicht op de Koreanen, zeker als je de SkyActiv-X in beschouwing neemt. Is het fraaie design en de mooie techniek voldoende om de nieuwkomers van het lijf te houden?

Raar maar waar: al mijn recente Mazda-tests heb ik in december-januari uitgevoerd, en in de testweek met de CX-30 kondigt een typisch Nederlands winterweertype zich aan: grijs, waterkoud en miezerig. Tijdens de eerste kilometers in de CX-30 realiseer ik me dat ik me tijdens de test van de 3 en MX-30 had voorgenomen om eens een Mazda in de zomermaanden te rijden. Hoe mooi ik deze Mazda ook vind, tegen de achtergrond van grijze luchten en een nat, modderig wegdek is het best lastig om mooie foto’s van deze auto te maken. Maar na slechts twee kilometers herinnert de CX-30 me eraan dat een Mazda een ideale auto voor de wintermaanden is, de stoel- en stuurverwarming zijn namelijk van het vlotte soort, en hij heeft twee kleine ventilatieopeningen naast de stuurkolom die al heel snel warme lucht over je onderlichaam blazen. Dit is een effectieve manier om de bestuurder snel op te warmen, en Mazda is een van de weinige merken die dit systeem toepast. Het is opvallend hoe effectief de verwarming van deze Mazda is, nog meer dan in de Mazda3: in no-time is het interieur op temperatuur. Opvallend, want de SkyActiv-X 186 onder de motorkap heeft een hoog thermisch rendement, en op basis van dat feit zou de motor langzamer op temperatuur moeten komen.

Reduceren, niet minimaliseren

De CX-30 heeft maar weinig rijtijd nodig om te laten zien waar Mazda voor staat, het is een van de weinige auto’s die zichzelf in een proefrit van 20 minuten kan verkopen. De meeste kopers vallen voor het fraaie design van Ryo Yanagisawa, Mazda’s lead-designer, en als dat voldoende is om een kijkje te nemen bij de Mazda-dealer, dan doet het fraaie interieur de rest. Mazda heeft heel veel tijd en aandacht besteed aan het design en de materiaalkeuze. Je ziet en voelt aan alles dat Mazda voor een hoogwaardige look and feel is gegaan. In autoland wordt ‘hoogwaardig’ nogal eens verward met glimmers en chroom. Mazda heeft er niet voor gekozen om materialen en designelement toe te voegen, maar om te reduceren: door glimmers en knopjes weg te laten, kan het uitgespaarde geld aan mooiere materialen te spenderen. Het interieur overtuigt dan ook ruimschoots. Het dashboard en instrumentenpaneel kennen we uit de Mazda3 – de ergonomie is voortreffelijk en de gebruikersinterface is een voorbeeld voor andere merken. Mazda gebruikt een TFT-scherm voor de snelheidsmeter, de toerenteller, brandstof- en temperatuurmeter zijn fysieke meters. Het merk verdient lof voor het feit dat dit centrale beeldscherm geen veelvoud aan weergavemodi heeft, en geen uitgebreide configuraties: de snelheidsmeter heeft een vaste, herkenbare vormgeving. Mazda gebruikt de mogelijkheden voor een flexibele weergave alleen om belangrijke meldingen in het centrale display te tonen.

Zelf schakelen is leuker. In een Mazda wel, althans

Niet alleen het fraaie en functionele design is onderscheidend, ook het rijgedrag en het rijgevoel van de CX-30 zijn kenmerkend voor Mazda. De geteste auto heeft een handgeschakelde zesbak, dit is een van de prettigst schakelende versnellingsbakken op de markt. De schakelbewegingen zijn kort en de pook valt met een lichte, solide klik in de versnelling. Het aangrijppunt van de koppeling, de tegendruk van het koppelingspedaal en de lengte van de slag zijn perfect. Zelfs overtuigde automaatrijders kunnen door deze transmissie overgehaald worden om een handbak te kiezen. De besturing is van hetzelfde laken een pak, de bekrachtiging is relatief sterk waardoor de besturing licht gaat. De onderstelengineers hebben echter wel een geometrie gekozen die veel feedback geeft, dat is vooral prettig als je op hogere snelheden bochten aanvliegt, maar tegelijkertijd stelt de besturing je in staat om de CX-30 in het legale snelheidsbereik heel nauwkeurig te plaatsen, met minimale stuurinput. Als de proefrit in een CX-30 je eerste rit in een Mazda is, dan wordt het binnen vijf kilometer duidelijk dat dit een rijdersauto is van hetzelfde merk dat de MX-5 en de RX-sportwagens bouwt/bouwde.

Rev-matching bij opschakelen

Om nog even terug te komen op de versnellingsbak: de zes versnellingen zijn relatief kort, zeker als je het motorvermogen en -koppel in acht neemt. Bij het opschakelen laat het motormanagement het toerental terugvallen naar het toerental dat aansluit bij de volgende versnelling en de rijsnelheid. Je kunt de koppeling snel laten opkomen, zonder dat je en schok voelt bij het aankoppelen. Hierdoor kun je snel opschakelen waardoor de CX-30 bijzonder snel van zijn plek komt. Maar hier zit wat mij betreft wel een verbeterpunt, het motorvermogen is zo ruim dat je gerust een versnelling kunt overslaan, maar het motormanagement rooit het toerental naar de eerstvolgende versnelling, niet naar de gekozen versnelling als je een stap overslaat. In dat geval remt de motor iets af op de koppeling als je de koppeling laat opkomen. Dit is overigens met een software-update makkelijk op te lossen. Als Mazda dit leest: rev-matching bij het terugschakelen zou ook mooi zijn.

Pagina's: 1 2 3