Rijtest Mitsubishi Space Star
15 maart 2021Kleine auto’s staan meer dan ooit in de belangstelling, maar het aanbod is gering. Daarom een test uit 2020 opnieuw in de aandacht, als eerste in een reeks. De ontwikkeling van nieuwe automodellen gaat gepaard met enorme kosten. Sinds de jaren ’90 zijn miljardenbudgetten geen uitzondering meer. Zo’n beetje de helft van het budget gaat op aan de productiefaciliteiten, en daar valt dan ook veel winst te behalen door een model lang te produceren. Maar produceren is één, auto’s verkopen is twee. De Mitsubishi Space Star gaat zijn achtste levensjaar in, en werd daarom voor de tweede keer grondig opgefrist. Wat heeft de vernieuwde Mitsubishi Space Star de veeleisende Nederlandse autokoper te bieden?
Momenteel is de keuze niet meer zo groot in het A-segment waarin de Space Star opereert, normaliter maken vele varkens de spoeling dun, maar veel fabrikanten hebben aangekondigd hun aanbod in het A-segment te verkleinen of zelfs te stoppen. De reden? Strengere veiligheids- en milieu-eisen. Die maken alle auto’s duurder en juist bij de kleinere modellen wordt de prijsverhoging het duidelijkst zichtbaar. Veel modellen van andere fabrikanten (die doorgaans al jonger zijn dan de Space Star) krijgen geen opvolger, terwijl Mitsubishi de Space Star klaarstoomde voor een derde ronde. Voor de beeldvorming: in 2012 verscheen het model op de Nederlandse markt, in 2016 verscheen de eerste facelift.
Dynamic Shield staat ‘m goed
En wees eerlijk: de nieuwe snoet en kont staan de Space Star erg goed. Het Dynamic Shield-front kennen we inmiddels van de grotere Mitsubishi’s en als je niet beter wist zou je zeggen dat er een splinternieuw model voor je neus staat. Het is een heel verschil met het ingetogen design van de Space Star uit 2012. De grote koplampen en de verchroomde lijsten naast de grille geven de kleinste Mitsubishi een voornaam en uitgesproken aanzien. Dat geldt ook voor de stevige achterbumper en de nieuwe achterlichten, hoewel er niets aan de spoorbreedte en wielbasis veranderde, staat het wagentje een stuk zelfbewuster op zijn wielen. De dakspoiler draagt hier ook aan bij, deze is overigens standaard op alle uitvoeringen.
Klein autootje, grote luxe
Het interieur bleef grotendeels ongewijzigd qua opzet, wel zijn er enkele nieuwe bekledingsstoffen bijgekomen en werd de standaarduitrusting en de optionele uitrusting aangepast. In totaal zijn er vier uitrustingsniveaus: de Entry (€ 12.900), Cool+ (€ 14.490), Active (€ 15.990) en Instyle (€ 21.490). Alleen de Entry en de Cool+ zijn leverbaar met de 1.0 benzinemotor (71 pk), de overige modellen krijgen de 1.2 benzinemotor met 81 pk mee. De meerprijs voor de CVT-automaat is € 1.500 euro. De Instyle, zoals de testauto, is alleen leverbaar met deze CVT. Ter introductie biedt Mitsubishi een vijfde uitrustingsniveau: de Nova. Deze kost € 18.750 en valt qua uitrusting tussen de Active and Instyle in. Om het overzichtelijk te houden verwijs ik voor gedetailleerde informatie over de uitrustingsniveaus naar de online brochure, en beperk ik me tot de uitrusting van de Instyle. En die is uitgebreid: Led-koplampen, frontradar (forward collision mitigation, met automatische noodstop), automatisch grootlicht, kunstlederen bekleding met plaid stof en een opbergbox in de kofferbakvloer. De uitgebreide MGN navigatie (met CarPlay en Android Auto), stoelverwarming, climate control, led mistlampen en led-knipperlichten in de spiegel vind je ook terug op de Nova, maar die heeft 14 inch velgen in plaats van 15 inch. Al met al zit de Space Star Instyle goed in zijn uitrusting, voor de meerprijs van € 2.740 krijg je extra luxe en praktische rij-assistenten.
Fijne driepitter
De 1.2 motor is een prettig machientje in het dagelijks leven, hoewel het blokje op papier slechts 9 pk sterker is en ook maar 18 Nm meer koppel heeft, voelt het in de praktijk als een wezenlijk verschil. De Space Star komt goed uit de startblokken en maakt vlot snelheid, als stadsauto voldoet hij met deze motorisering uitstekend, maar ook op de snelweg komt hij goed van zijn plek. Dit komt grotendeels op het conto van de CVT-automaat die de motorkarakteristiek goed benut. De 1.2 levert voldoende koppel bij lage toerentallen, en dat benut de automaat ten volste. Als je vanuit een rustig, constant, tempo wilt versnellen, dan laat de automaat de motor op koppel werken, en bouwt vervolgens rustig de toeren op. De kenmerkende CVT-huil van vroeger is verleden tijd. Op de snelweg varieert de overbrenging afhankelijk van de rijweerstand (tegenwind, hellingen), maar de CVT doet dit zo subtiel dat je het eigenlijk alleen merkt als je op de toerenteller kijkt. Bovendien komt de Space Star met zijn 81 pk goed uit de voeten op de snelweg. Met de nieuwe maximumsnelheid overdag (100 km/u) bedraagt het gemiddelde verbruik bijna 1 op 19, houd je 130 km/u aan, reken dan op een verbruik van 1 op 17. De Space Star komt bovendien prima mee met het verkeer. Als je de pook in ‘D’ laat, dan gaat de transmissie in een soort van vrijloop bij gas loslaten, waardoor je ontzettend ver kunt uitrollen. Dit is niet altijd praktisch als je gas loslaat voor een bocht, of bij het naderen van een voorligger. Zet je de pook in ‘Ds’, dan remt de Space Star op de motor af en kun je met het gaspedaal het remmend koppel iets sturen zonder te remmen.
Stadsauto als snelwegridder
Het indrukwekkendste wapenfeit van de Space Star is dat het model in ruim 140 landen wordt verkocht (elders onder de naam Mirage, waar in Europa het merkrecht van een straaljager op rust) en dat in veel van die landen de kostprijs bepalend is. Toch lijdt de bouwkwaliteit van de Space Star hier niet onder. Sterker nog: de carrosserie en het onderstel zijn van een puike kwaliteit, iets waar ook de overige Mitsubishi’s in uitblinken. Je merkt gewoon dat Mitsubishi actief is in meer industrieën dan alleen de automotive: de motortjes van de raam- en spiegelbediening werken ongewoon stil voor een compacte auto, het hang- en sluitwerk van de portieren is net even degelijker dan de concurrentie, het onderstel is erg rustig. In de basis is de Space Star een no-nonsense auto, maar dan wel heel solide gebouwd. Het stuurgevoel, de stengels voor de richtingaanwijzer en ruitenwisser, de afwezigheid van rammels en kraakjes… alles geeft een degelijke en solide indruk. Bovendien is de Space Star behoorlijk stil. Het gevolg hiervan is dat de Space Star een prettige reisgenoot is, ook op de lange afstanden. Zeker de 1.2 met CVT doet het goed op de snelweg, krachtig en zuinig, en ook de ruimte voor de inzittenden is prima. De stoelzittingen zouden voor mij iets langer mogen en iets meer contour in de stoelen is ook welkom, maar voor het overgrote deel van de ritten is het een lekker wagentje.
Zeker voor kinderen is de ruimte achterin prima. De Space Star heeft gelukkig een normale raamlijn waardoor kinderen ook goed zicht naar buiten hebben. Neem je volwassenen mee achterin, dan zullen die het eerste uur niet klagen, de achterbank zit prima, en vooral de beenruimte achterin is ruim. Op dat vlak doet de Space Star zijn naam volledig eer aan. Na de tweede facelift kan de Mitsubishi Space Star zeker weer een aantal jaren vooruit, hij ziet er goed uit, rijdt lekker, is zuinig en laat weinig te wensen over. Zeker in de Instyle uitvoering niet. Het is echt zo’n autootje waar het gezegde ‘Het geheel is meer dan de som der delen’ voor opgaat. En mocht de Instyle buiten bereik liggen: mijn tip is de Nova, zeker voor de particuliere koper. Maar voor welke uitvoering je ook kiest: de Space Star is een puik wagentje waar je jaren en jaren plezier van zult hebben!
[…] ← Previous Next → […]