50 jaar CVCC – Hoe Honda een wereldspeler werd
28 januari 2021De laatste hordes
Bij de ontwikkeling bleek het wel lastig om de uitstoot van koolwaterstoffen onder de knie te krijgen, deze bleven te hoog voor de standaarden van de Amerikaanse Clean Air Act waar alle autobouwers mee worstelden. Inmiddels had Honda zoveel kennis opgedaan met armmengselmotoren dat al snel een effectieve oplossing werd gevonden: in het uitlaatspruitstuk werd een reactiekamer opgenomen, bestaande uit een gietijzeren behuizing met daarin een reactor van hittebestendig RVS. Hierin verbranden de overgeschoten koolwaterstoffen, maar liefst 90% van de onvolledig verbrande elementen reageert in de reactor. Hierdoor was een katalysator niet nodig.
Acht maanden na de aankondiging van Soichiro Honda werd de productieversie van de CVCC motor onthuld. 230 patenten waren aangevraagd en men was met recht trots op het bereikte resultaat. De belangrijkste troeven van Honda waren twee zaken: de CVCC werkt met bestaande motortechniek, het vergde geen ingrijpende aanpassing van productieprocessen. Een tweede troef was het feit dat er geen dure katalysator nodig was, zo schoon was de motor. Niet alleen uit de automotive-wereld was nieuwsgierig naar de revolutionaire Honda motor, ook het Amerikaanse EPA (Environment Protection Agency) toonde belangstelling en vroeg Honda om een auto om te kunnen testen. De Civic CVCC was echter nog niet productieklaar, en dus stuurde Honda drie Nissan Sunny’s die uitgerust waren met de CVCC motor. Een hiervan werd onderworpen aan de nieuwe emissieregelgeving die in 1975 van kracht zou worden. Het werd de eerste auto die voor de test slaagde.
De eisen van de Clean Air Act waren echter zo streng dat de rest van de auto-industrie er mee worstelde. Dat werd pijnlijk duidelijk op een hoorzitting van de EPA waar afgezanten van autofabrikanten werd gevraagd naar de voortgang van de emissiereductie. Slechts twee hadden een productiemotor die aan de strenge eisen voldeed: Honda en Toyo industries, dat we tegenwoordig als Mazda kennen. De Amerikaanse autofabrikanten konden domweg niet aan de eisen voldoen, en daarom vroeg een afgezant van de EPA of Honda wellicht motoren aan Amerikaanse fabrikanten kon leveren. Daar zag Honda van af, men had de handen vol aan de productie van de Civic.