Rijtest Hyundai i20

Rijtest Hyundai i20

3 mei 2021 Uit Door Arnold

Smart Sense – uniek in het B-segment

Zoals gezegd maakt de nieuwe i20 een grote stap voorwaarts ten opzichte van zijn voorganger. Er is – afhankelijk van het uitrustingsniveau – een rijk assortiment aan veiligheids- en comfortsystemen leverbaar. De testauto is een Premium waar werkelijk alles op zit, onder de naam Smart Sense. Naast de bekende rij-assistenten (Lane Assist, Frontradar, Grootlichtassistent) introduceert Hyundai een aantal nieuwe systemen, die eveneens uniek zijn in het B-Segment. Leest u even mee: Navigation-based Smart Cruise Control, Leading Vehicle Departure Alert, Lane Following Assist, Blind-spot Collision-avoidance Assist, Rear Cross-traffic Collision Assist, Parking Collision-Avoidance Assist-Reverse, Intelligent Speed Limit Assist.

Een belangrijke kanttekening hierbij is dat versies met zeventraps automaat een adaptieve cruise control en volgfunctie voor de voorganger hebben. Bij de handgeschakelde versies zijn deze functies logischerwijs absent.

Effectieve Mild Hybrid: zuinig en sportief

Techniek was een belangrijke reden om een nieuwe i20 te ontwikkelen, daarbij speelde de aandrijflijn ook een belangrijke rol. De nieuwe 48 Volt Mild-Hybrid techniek was niet compatibel met het platform van de voorgaande i20. Onder de kofferbakvloer van de i20 ligt een redelijk compact accupakket dat de geïntegreerde starter-generator van elektriciteit voorziet. Deze ondersteunt de geüpgradede versie van de 1.0 driecilinder Kappa II motor, die nu ook van Smartstream techniek voorzien is. In de testauto is deze gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak met intelligente koppeling (i-MT). Net als in de i30 ontkoppelt de transmissie automatisch als je de auto laat uitrollen, als je in de Eco-modus rijdt. Hoewel de mild-hybride minder complex en geavanceerd is dan Toyota’s Hybrid Synergy Drive, is het effect niet minder groot: het is niet moeilijk om zuiniger dan 1 op 20 te rijden. Bij lange snelwegritten daalt het verbruik tot bijna 1 op 24.

Net als de i30 gaat de i20 ook altijd van start in de Eco-modus, maar hij is daarbij minder introvert dan zijn grote broer. In de i20 is de Eco-modus een prima stand voor nagenoeg alle ritten, temeer omdat de intelligente koppeling vaker werkt dan in de Comfort-modus. En dat zie je direct terug in de verbruikscijfers. Het effect van de Sport-stand is ook veel groter dan in de i30: de i20 krijgt dan een heerlijk felle gasrespons, hij klinkt aanzienlijk sportiever in het interieur (al weet ik niet of dit kunstmatig is, of met een resonantiekamer wordt gedaan). En… hij geeft automatisch tussengas bij het terugschakelen. Dat blijft een leuke gimmick, maar het is ook effectief als je daadwerkelijk ‘sportief’ wilt rijden.

Pagina's: 1 2 3