Infiniti Q30 S: Een klasse apart
9 februari 2016De Nissan-Daimler samenwerking begint op een interessante manier vruchten af te werpen voor Infiniti. Voor de Q50 en Q70 mocht Infiniti al motoren (2.0t, 2.2d) en versnellingsbakken bij Daimler uit de rekken halen, maar in het geval van de nieuwe Q30 mocht Infiniti meepraten en ontwikkelen aan een compleet platform. Dankzij de samenwerking heeft Infiniti eindelijk een instapmodel in het C-segment. De Infiniti Q30 / QX30 zijn beide een geval apart, wellicht de ultieme crossover. Carnold.nl reed de topversie met benzinemotor, de Q30 Sport 2.0t AWD. Een hele mond vol, maar dan heb je ook wat.
Sterk onderscheidend vermogen
De Infiniti Q30 is de eerste stap in het premium C-segment, een marktsegment dat ontzettend belangrijk is voor Infiniti. In de eerste plaats omdat ze nog helemaal niet vertegenwoordigd waren in het C-segment, maar ook omdat daar veel winst te behalen valt. Dat vergt durf, vooral doordat de Q30 en QX30 minder conventioneel zijn vormgegeven dan de directe concurrentie. Maar gelukkig is het Infiniti-DNA, en dat van de Nederlandse (en Europese) importeurs doordrenkt met durf en zelfvertrouwen. Qua ontwerp sluit de Infiniti Q30 mooi aan de op de Q50 en Q70, de snoet en de vele welvingen maken hem duidelijk herkenbaar als Infiniti, maar ook als de jongste van het stel. Het design is zeer uitgesproken, en daarmee neemt Infiniti een bewust risico. De Q30 is niet alleen een statement van het merk, maar ook van de eigenaar, het toont lef en heeft een sterk onderscheidend vermogen.
Lijnenspel komt bij elke kleur goed uit de verf
De testauto is dan ook meteen mijn eerste kennismaking met de Infiniti Q30, het is typisch zo’n auto die je in het echt gezien moet hebben. De donkergrijze lak (Graphite Shadow) zou elke andere auto tot een ingetogen leaseauto maken, maar in het geval van de Q30 gaat die vlieger niet op. Zeker in combinatie met de diep-donkergrijze velgen van de Sport-uitvoering staat er een auto met een sportieve hightech uitstraling. In de showroom tussen de Q50’s en Q70’s springt de Q30 er al uit, op de gemiddelde Nederlandse parkeerplaats springt de Q30 er helemaal uit. Infiniti stelt dat de Q30 een mengeling van stijlkenmerken is, het is een mix van een traditionele hatchback met een snufje SUV. Bij de QX30 is de dosis SUV nog verder verhoogd, want die staat nog wat hoger op de veren. In vergelijking met het Duitse zustermodel staat de Q30 ook al wat hoger op zijn veren, maar als ik de auto in real life voor me heb staan, overheerst toch het gevoel dat ik met een hatchback te maken heb. Die iets hogere rijhoogte en de grote 19 inch velgen doen daar niets aan af, maar dat komt ook doordat de Sport-uitvoeringen 2 centimeter verlaagd zijn ten opzichte van de overige Q30’s. Al met al kunnen we stellen dat de Q30 goed uit de verf komt, ongeacht de lakkleur.
Een gezond vermogen
De Infiniti Q30 is leverbaar vanaf € 29.340 euro, daarvoor krijg je de 1.6t met handgeschakelde zesbak mee. Deze versie zal, samen met de 1.5d (vanaf € 30.570), voor de verkoopaantallen moeten zorgen, van deze verschijnt binnenkort een test op Carnold.nl. De testauto is wat dat betreft niet helemaal representatief voor de Nederlandse markt, maar we kunnen de belangrijkste kwaliteiten er natuurlijk wel aan afmeten. De 2.0t levert een reuze gezonde 155 kW (211 pk) bij 5.500 toeren en 350 Nm aan koppel tussen de 1.400 en 4.000 toeren. Deze motor is altijd gekoppeld aan een zeventraps versnellingsbak met dubbele koppeling, vierwielaandrijving en het Sport-uitrustingsniveau. Dat brengt de totaalprijs op € 50.140, waarvan een aanzienlijk deel naar het duo Wiebes / Dijsselbloem vloeit. Om de prijs in perspectief te plaatsen: de Europese concurrentie kan voor dit bedrag geen gelijkwaardig alternatief bieden.
Prachtig en praktisch interieur
Waar het exterieur niets verraad van de bloedlijn met Daimlers kleinste, daar toont het interieur wel enige verwantschap. Daar volgt dan ook Carnold’s eerste kritische Infiniti noot: de lichtschakelaar en de gecombineerde richtingaanwijzer / ruitenwisserhendel, bekend van de fabrikant uit Stuttgart. Ze werken prima en je bent er binnen 5 minuten aan gewend, maar ik vind dat in een Japanse auto de ruitenwissers met een separate hendel bediend moeten worden en dat de lichten vanaf de linker stuurwielhendel ingeschakeld moeten worden. Dit zou voor mij overigens geen reden zijn om de Q30 te laten staan, want het interieur is om door een ringetje te halen. Het Infiniti InTouch systeem is mooi geïntegreerd in het dashboard, en de Alcantara delen op het dashboard in de deuren zijn een lust voor de zintuigen. Zelfs de instapversies zijn voorzien van leer met fraai stikwerk. De Sport-uitvoering is ook nog eens voorzien van hemelbekleding in Alcantara, dit geeft het interieur een zeer hoogwaardige aanblik en kwaliteitsbeleving. De speciale sportstoelen zijn ook voorzien van dit materiaal op de zitting en de rugleuning, en ze zitten geweldig. Als je eenmaal je ideale zitpositie gevonden hebt, wil je niets liever dan rijden. Je hebt eerder het gevoel dat je in een hot-hatch zit, dan in een crossover-achtige auto. Hulde daarvoor.
Sportonderstel werpt zijn vruchten af, zeker met AWD
Na exact een meter rijden weet ik dat het ‘Sport’ label geen marketingspraak is. De Q30 staat op het stoepje naast het Infinticenter geparkeerd, en als ik daar af rijd voel ik dat de vering en demping onder de categorie ‘lekker stevig’ vallen. Datzelfde geld voor de besturing: het stuurwiel is lekker compact, stuurt tamelijk direct en prettig zwaar. Hier komen meteen de herinneringen aan de 370Z en GT-R bovendrijven, en niet onterecht, zo blijkt. De 2.0t produceert een sportieve brom en is erg scheutig met zijn vermogen. De zeventraps DCT schakelt compleet onmerkbaar en stemt zijn schakelmomenten perfect af op de rijstijl en de krachtreserves van de motor. Als ik via een S-bocht de hoofdstedelijke ringweg oprijd, voel ik dat de banden (Goodyear Efficient grip, 225/40) heel veel grip hebben en dat de bodyroll nihil is. Dat geeft de sportief ingestelde burger moed voor de rijprestaties. Sterker nog: het is voor de sportief ingestelde bestuurders onder ons oppassen geblazen, want als je even het vermogenspotentieel aanspreekt zit je zomaar op illegale snelheden.
De grote kwaliteit van de 2.0t Sport zit ‘m in de wegligging en de fijne besturing. Je kunt ongehoord hard bochten aanvallen, bij het aanremmen van bochten is de Q30 niet van de wijs te brengen, en in de bocht kun je de auto met grote precisie plaatsen. Dankzij de vierwielaandrijving kunt je al bij de gedachte aan de apex op het gas, het vermogen wordt mooi over de assen verdeeld waardoor je – mede dankzij de nauwkeurige besturing – zeer snel, maar ook erg secuur kunt uitaccelereren. Op dat gebied heeft de Q30 Sport echt indruk op mij gemaakt. Met deze auto zou ik graag eens door de Oostenrijkse / Italiaanse / Zwitserse Alpen een rit willen maken.
Ook op de lange afstand een fijne auto
Maar ja, Carnold heeft een gezin, en een gezinsvakantie stelt ook eisen aan de praktische kwaliteiten van een auto. Gelukkig stelt de Q30 op dat gebied niet teleur. De voorste inzittenden hebben veel ruimte in de breedte, de voetrust voor het linker been is goed gepositioneerd waardoor je lekker je koppelingsbeen kwijt kunt. Zeker in het geval van deze DCT. De ruimte op de achterbank is voor deze klasse gewoon goed te noemen, de daklijn beperkt de hoofdruimte. Voor mensen tot 1.75 is het echter goed toeven op de tweede zitrij. De kofferruimte van de Q30 is een sterk punt: hij heeft de grootste kofferruimte ten opzichte van zijn directe concurrenten: 430 liter. Naast een prima binnenruimte biedt de Q30 Sport ook rijcomfort op de lange afstand. De vering en demping zijn weliswaar stevig, maar op de snelweg weet het onderstel goed raad met glooiingen, richels en gaten. De Q30 strijkt ze efficiënt glad, zonder dat de carrosserie nadrukkelijk in beweging komt en zonder dat de inzittenden daar al te veel van merken. De auto behoudt zijn rust, ook op slechtere wegen, en dat is knap, gezien het prestatiepotentieel van het onderstel.
Honderd procent Infiniti
Net als de overige Infiniti’s maakt de Q30 overwegend positieve reacties los, en opvallend veel daarvan komen van mensen achter wie je geen autokenner / -liefhebber zoekt. Zijn eigen gezicht, de hoogwaardige afwerking en de rijprestaties maken indruk. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik lichtjes kritisch tegen de Duitse bedieningselementen aankeek, maar in de praktijk doen ze geen afbreuk aan het hoogwaardige Infiniti-gevoel. De aandrijflijn maakt op alle fronten indruk en de onderstelafstemming past naadloos in de sportieve Infiniti-traditie. Kortom: al het goede van Infiniti is gebleven en nu bereikbaar geworden voor een groter deel van het Nederlandse koperspubliek. Een (A) klasse apart.
Meer informatie en prijzen vind je op Infiniti.nl
[…] roots heeft, doet niets af aan het echte Infiniti-gevoel, zo ontdekten we tijdens de test van de Q30 2.0t, maar gaat dat ook op de 1.5 diesel? Na een week rijden met de instap-Infiniti overheerst een […]
[…] als de 1.5d en de 2.0t is de Q30 met 1.6t een fijne auto om kilometers in te maken. Het rijgedrag en comfort op […]