Rijtest Hyundai i30
12 april 2021Vorig jaar kreeg de Hyundai i30 een stevige midlife update. Nieuwe motoren, nieuwe techniek en een hertekend front en achterkant. Deze update was een voorschot op het enorme modellenoffensief dat Hyundai in de pijplijn had, en dat inmiddels grotendeels is uitgerold. Ondanks zijn prille leeftijd is de i30 de oudgediende tussen de nieuwe i10, i20, Tucson en de eveneens geüpdate Kona. De i30 loopt (design)technisch weer helemaal in de pas en is vooral op belangrijke details verbeterd.
48 Volt Mild Hybrid en CVVD standaard op elke i30
De i30 modelserie is van meet af aan leverbaar als hatchback, stationwagen en fastback. Vooral die laatste is een prachtige auto, maar de hatchback is goedkoper en net zo ruim en zeker zo praktisch. Omdat elke carrosserievariant zijn eigen prijslijst heeft en omdat Carnold de dingen graag (enigszins) overzichtelijk houdt, beperk ik me in het overzicht van prijzen en uitvoeringen tot de hatchback. De instapper van het i30-gamma is de 1.0 T-GDI hatchback met handbak in i-Motion uitvoering, deze is leverbaar vanaf € 25.645. De duurste i30 hatchback is de N-Line Sky die € 36.695 kost. De 120 pk sterke 1.0 T-GDI wordt alleen geleverd in de i-Motion en de Comfort. Deze motor is leverbaar met de zestraps intelligente handbak (iMT) en de zeventraps DCT automaat. Dat ‘intelligent’ slaat op de zeilfunctie die de handbak heeft: bij het uitrollen kan de motorcomputer de koppeling ontkoppelen en de motor uitschakelen. Daarmee wordt de zeilfunctie (ook wel coasting genoemd) geactiveerd waardoor je zover mogelijk uitrolt. Wil je graag een (hypermoderne) zeventraps automaat, dan kun je voor € 30.245 instappen in de Comfort Automaat. De 1.0 T-GDI is, net als de volledig nieuwe 1.5 T-GDI, gekoppeld aan een 48 volt mild-hybrid systeem. Bij beide motoren is de startmotor vervangen door een stargenerator die de motor start via een riem. Deze startgenerator biedt ook elektrische ondersteuning bij lage toerentallen en wanneer er veel vermogen gevraagd wordt. Ook maken beide motoren gebruik van Hyundai’s Continuous Variable Valve Duration (CVVD).
Kwestie van kiezen: riant uitgerust, comfortabel of sportief
De nieuwe 160 pk sterke 1.5 T-GDI is leverbaar vanaf de Premium, zoals de testauto. Met handgeschakelde iMT zesbak kost deze € 32.795. Met 7 DCT kost de Premium € 34.795. Tot slot is er nog de N-Line, de sportieve tegenhanger, deze kost € 33.545. Het volledige overzicht van prijzen en uitrusting vind je in de brochure. De Premium en de N-Line zijn de topuitvoeringen van de i30 en ze hebben elk een eigen karakter, en ook hun eigen specifieke uitrusting. De Premium is nadrukkelijk op comfort gericht, dat zie je het duidelijkst aan de velg en bandcombinatie: 16 inch met 205/55 banden. Met die wanghoogte ben je verzekerd van veel afrolcomfort, terwijl je een beetje stuurgevoel inlevert. De stoelen worden in de Premium met synthetisch leder bekleed en hebben zowel verwarming als ventilatie. Ook het stuurwiel is in de Premium elektrisch verwarmbaar, een comfortvoorziening die we ook bij Hyundai steeds meer zien. De Premium herken je verder aan de RVS raamlijsten en de achterlichten die volledig met ledverlichting zijn uitgevoerd. Led-koplampen zijn al standaard vanaf de Comfort Smart-uitvoering. Elke i30 Premium heeft een elektrische handrem (die zelf lost als je wegrijdt) en dodehoekdetectie. De 7DCT heeft een meerprijs van € 2.000 en daarvoor krijg je een flinke aanvullende uitrusting op je i30 Premium: een adaptieve cruise control met voorligger-volgfunctie (bij filerijden), een extra functie op de dodehoekdetectie die ingrijpt bij botsgevaar (ook bij achteropkomend verkeer), een noodremassistent, en uiteraard schakelflippers achter het stuur.
Buitenmaten maximaal benut
De vernieuwde i30 is het duidelijkst te herkennen aan het nieuwe front, met de facetgrille die ook de Tucson siert. De koplampen kregen een nieuwe indeling waarbij de dagrijverlichting in de koplampunits is opgenomen. Ook de achterzijde is hertekend, maar je moet de pre-facelift en de nieuwe i30 naast elkaar zetten om de verschillen te zien. De i30 hatchback heeft een vrij lange daklijn en een relatief rechte achterkant, dat betekent veel binnenruimte. De been- en hoofdruimte op de achterbank is dan ook fors, hier kunnen volwassen passagiers het lang uithouden. Hyundai heeft geen trucjes uitgehaald om ruimte te winnen: de achterbankzitting is vrij diep en heeft een aangename helling, dat geldt ook voor de rugleuning, je kunt hier heel ontspannen zitten. De afmetingen en de opstelling van de achterbank kosten centimeters, maar door de daklijn en de wielbasis van 2.65 meter is die ruimte simpelweg voorhanden. En die ruimte wordt volop benut ten faveure van de inzittenden. Ook de kofferbak is fors: bij 400 liter met de achterbank in gebruik, 1.300 liter met de rugleuning plat. De i30 is bij 1,80 meter breed en die ruimte hebben de engineers van Hyundai goed benut: de deuren zijn niet overdreven dik (en ook niet dun overigens) waardoor je zowel voor- als achterin veel ruimte in de breedte hebt. In de Premium monteert Hyundai de standaard stoelen, maar dan met synthetisch leer bekleed. Deze stoelen vallen op door hun breedte en de ruime maatvoering van de zitting en rugleuning. Op dit punt scoren alle Hyundai’s goed, en in de i30 vallen ze op door hun zitcomfort. Waar de stoelen in de Suzuki Swace opvielen door hun sportieve snit, blinkt de i30 uit door comfort, met name in de samenstelling van de kussens. Dat heeft overigens ook een voordeel bij het in- en uitstappen: je hoeft niet telkens over de wang van de zitting te stappen.